Biografie

Gerrit Hoving(1984) studeerde orgel en kerkmuziek aan de conservatoria te Zwolle en Enschede bij resp. Theo Jellema en Gijs van Schoonhoven. Tijdens en na zijn studie volgde hij masterclasses en interpretatielessen bij o.a. Eric Lebrun (Parijs) en Edoardo Bellotti (Italië) Bert Matter (NL) en Toon Hagen (NL). Gerrit is als kerkmusicus verbonden aan de Grote of Oude Cyriacuskerk te Dalfsen, heeft een lespraktijk en concerteert regelmatig als solist of als begeleider. Tevens volgt Gerrit een opleiding tot orgeladviseur.

2019 05 18 Gerrit Hoving


Gerrit Hoving (1984) studeerde orgel en kerkmuziek aan de conservatoria te Zwolle en Enschede bij resp. Theo Jellema en Gijs van Schoonhoven. Tijdens en na zijn studie volgde hij masterclasses en interpretatielessen bij o.a. Eric Lebrun (Parijs) en Edoardo Bellotti (Italië) Bert Matter (NL) en Toon Hagen (NL). Gerrit is als kerkmusicus verbonden aan de Grote of Oude Cyriacuskerk te Dalfsen, heeft een lespraktijk en concerteert als solist en als begeleider. Tevens volgt Gerrit een opleiding tot orgeladviseur.

 

PROGRAMMA

Johann Sebastian Bach (1685-1750)

  1. Praeludium & Fuga in G dur                                                                          BWV 541

Uit Dritter Theil der Clavier Übung:

  1. Christ, unser Herr, zum Jordan kam                                                              BWV 684

            a 2 Clav. e Canto fermo in Pedal

 

Uit Achtzehn Choräle von verschiedener Art:

  1. 3. Allein Gott in der Höh sei Ehr                                                                    BWV 663

            a 2 Clav. et Ped. Canto fermo in Tenore (Cantabile)

 

Robert Schumann(1810-1856)

Uit Sechs Fugen über den Namen BACH:                                                     Opus 60

  1. Fuga I in B dur

 

César Franck(1822-1890)

Uit Trois Pièces:

  1. Fantaisie en La majeur                                                                                    Opus 16

 

Louis Vierne (1870-1937)

Uit Symphonie pour Orgue no. 3 en fa dièse mineur                                   Opus 28

  1. Adagio

 

Hendrik Andriessen (1892 – 1981)

  1. Thema met Variaties

 

 

 

Toelichting programma

 

Als opening van dit concert klinkt een van de meest feestelijke Praeludium & Fuga’s voor orgel uit het oeuvre van de componistJohann Sebastian Bach, gevolgd door twee koraalbewerkingen van zijn hand.

De bewerking over het dooplied van Maarten Luther, Christ, unser Herr, zum Jordan kam, kenmerkt zich door de gecoloreerde baspartij voor de linkerhand. Volgens vele Bach-onderzoekers verbeelden de kolkende motieven het woelige Jordaanwater waar Jezus in werd gedoopt. De melodie klinkt in de tenorligging.

De bewerking over het lied Allein Gott in der Höh sei Ehris van een meer meditatieve aard. Ook in dit koraal klinkt de melodie in de tenorligging. De drie begeleidende stemmen laten nu en dan een stukje van de melodie als canon klinken.

 

Robert Schumann maakte een intensieve studie van de composities van Johann Sebastian Bach. Door de ontwikkeling van de Pedalflügel, een vleugel uitgerust met een pedaalklavier, werd Schumann aangezet tot het componeren van enkele werken voor dit instrument, waaronder zes fuga’s over het thema BACH die zowel op orgel als pedaalvleugel uit te voeren zijn. De pedaalvleugel schopte het niet tot een populair concertinstrument zoals Schumann hoopte, waardoor weinig andere componisten zich geroepen voelden om voor het instrument te schrijven. Het BACH-thema klinkt meteen bij aanvang van de Fuga in de eerste vier noten.

César Franckwas als organist en componist werkzaam in Parijs en bleek van grote betekenis voor de Franse orgelcultuur. Franck wist met zijn persoonlijke muzikale stijl van componeren en het opleiden van vele orgelstudenten, de Franse orgelcultuur een belangrijke nieuwe impuls te geven. De Fantaisie en La is een van de drie werken die Franck in 1878 componeerde ter gelegenheid van de ingebruikname van een nieuw orgel in het Palais de Trocadéro in Parijs.

 

Louis Vierneontving zijn muzikale opleiding in Parijs. Een korte periode studeerde hij bij César Franck, maar na diens overlijden studeerde hij verder bij Charles-Marie Widor. Vierne werd in 1900 benoemd tot organiste-titulairevan de Notre-Dame in Parijs en bleef dit tot aan zijn dood. Zijn leven kenmerkte zich door vele tegenslagen. Zo werd hij onder meer verlaten door zijn vrouw, stierven zijn beide zoons en had hij zijn leven lang een slecht gezichtsvermogen, later gevolgd door volledige blindheid. Dit alles was van invloed op zijn muzikale scheppingen. Zo is het Adagio uit de derde symfonie voor orgel van uitzonderlijke schoonheid, maar tegelijkertijd draagt het ook een diepere emotionele lading in zich.

 

Hendrik Andriessen was een Nederlandse componist die groot bewonderaar was van de muziek van de muziek van César Franck. De invloed van diens muziek is hoorbaar in het werk van Andriessen. Andriessen schreef vele composities voor orgel, waaronder zijn Thema met Variaties. Het ongecompliceerde thema wordt na een breed neergezette introductie, voor het eerst ten gehore gebracht als een ingetogen melodie. Daarna keert het diverse malen terug in een gevarieerde vorm.